2005-2019

De maatschappij kreeg steeds meer oog voor misstanden als mishandeling, seksueel geweld en intimidatie. Dat was terug te zien in de aandacht voor de jeugdzorg. Kindermishandeling, probleemgezinnen en falende hulpverlening kwamen geregeld in de media. De publieke opinie over de jeugdzorg werd negatiever. Tegelijkertijd werd duidelijk hoe moeilijk het was om verbeteringen door te voeren.

Meer over deze periode

Instellingen waar misbruik plaatsvond in deze periode

Het vermijden van fouten werd een doel op zich. Dit had onder andere als gevolg dat het opbouwen van een band tussen medewerkers en de jongeren moeilijker werd. Sommige instellingen werden bovendien omgebouwd tot gesloten inrichtingen met prikkeldraad, hoge hekken en toegangssluizen.

Fysiek geweld

Alle vormen van geweld kwamen nog steeds voor in deze periode. Pesterijen, dreigementen en vechtpartijen tussen jongeren, maar ook tussen jongeren en groepsleiders. Vastbinden en afzonderen werden nog altijd toegepast. Soms als onderdeel van een behandeling. Groepsleiders durfden minder snel in te grijpen en accepteerden het geweld.

Ook in deze periode werd niet al het geweld gemeld. Wel waren er betere registratiesystemen en klachtenprocedures. Dit heeft geholpen de jeugdzorg veiliger te maken. Ook kwam hierdoor meer aandacht voor de problemen waar de jeugdzorg mee te maken had. Verschillende onderzoeken lieten zien dat er veel mis is gegaan in het verleden. De overheid, gemeenten en andere partijen startten programma’s om de jeugdzorg nog veiliger te maken. Bijvoorbeeld Zorg voor de Jeugd en ‘Geweld hoort nergens thuis’.