1985-2005
In de jaren tachtig werd Nederland flink bezuinigd. Er was een grote jeugdwerkloosheid en de wereld werd steeds zakelijker. Ook de jeugdzorg. De lossere regels verdwenen. Er kwamen registratiesystemen om klachten te registreren. Het werd verplicht om geweld te melden bij de inspecties.
Instellingen waar misbruik plaatsvond in deze periode
Doven- en blindeninternaten
Tot in de jaren '80 van de vorige eeuw groeiden de meeste dove en blinde kinderen buiten het 'normale' gezin op, in internaten. Velen ondergingen daar grote vernederingen.
Gesloten jeugdinrichtingen
De vroegere rijksopvoedingsgestichten werden later tuchtscholen genoemd, en weer later justitiële of gesloten jeugdinrichtingen.
Kinder- en jeugdpsychiatrie
Net als in pleeggezinnen en andere instellingen, kwamen ook in de kinder- en jeugdpsychiatrie alle vormen van geweld voor. Meer informatie en hulp.
Opvang amv's
Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv's) hebben vaak als kind al geweld meegemaakt. In de opvang kwamen daar soms nare ervaringen bovenop.
Instellingen voor verstandelijk beperkten
Jeugdigen met een lichte verstandelijke beperking (lvb) die in de jeugdzorg terechtkwamen, hadden het soms zwaar. Hier vindt u meer informatie, lotgenoten en hulp.
Pleegzorg
Zat u in deze periode bij een of meer pleeggezinnen? Dan kunt u hier meer informatie vinden, bijvoorbeeld over lotgenotencontact, aangifte doen en wat Slachtofferhulp Nederland voor u kan doen.
Residentiële jeugdzorg
In tehuizen, leefgroepen en begeleid wonen vond door de jaren heen geweld plaats. Lees hier meer informatie en ervaringen.
De verhouding tussen de medewerkers van de zorg en de kinderen verschoof van opvoeder naar hulpverlener. Er was wel meer aandacht voor betere opleidingen voor het zorgpersoneel. Zij leerden om alleen geweld te gebruiken als het echt niet anders kon. Dat gebeurde nog steeds regelmatig.
Er is niet veel archiefmateriaal meer. Daarom is het moeilijk te zeggen of geweld afnam. Wel besteedden vaktijdschriften vaker aandacht aan agressie, mishandeling en misbruik. Zo werd het onderwerp beter bespreekbaar.
In deze periode steeg echter het aantal jongeren met (ernstige) gedragsproblemen. Door onbehandelde problemen werd het geweld op de leefgroepen erger.
Fysiek en seksueel geweld
In deze periode was er minder fysiek geweld tussen groepsleiding en pupillen. Wel nam het fysieke geweld tussen de jongeren toe. Door onderlinge machtsstrijd, een negatieve groepssfeer en angst. Daar kwam ook verbaal geweld bij.
Over seksueel geweld werd in deze periode weinig geschreven. De gevallen die bekend waren, gingen vooral over fysieke aanranding en (verbale) seksuele intimidatie. Wel waren er vermoedens over grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Door jongeren onderling, maar ook tussen volwassenen en jongeren. Ook in pleeggezinnen kwam seksueel geweld voor.
Psychisch geweld
Dreigementen, scheldpartijen en pesten zorgden ervoor dat de jongeren zich ook psychisch niet veilig voelden. Een vechtpartij kon leiden tot gedwongen afzondering of vastbinden. Ook dit ervoeren de jongeren als psychisch geweld. Vormen van dwangmedicatie om de jongeren rustig te krijgen, kwamen eveneens vaker voor.