Pleegzorg

De pleegzorg is in de loop der jaren erg veranderd. In de jaren 40, 50 en 60 organiseerde elke regio de pleegzorg op z'n eigen manier. In de jaren 90 kwam er meer toezicht. Sinds 2000 wordt er strenger geselecteerd op pleeggezinnen en krijgen ze ook betere begeleiding.

Lange tijd was er geen centrale organisatie van de jeugdzorg. Het toezicht was op verschillende plaatsen in het land heel anders geregeld. Halverwege de jaren negentig veranderde dat. Toen werden er ook landelijke afspraken gemaakt. Bijvoorbeeld dat pleeggezinnen regelmatig bezoek moesten krijgen. In de praktijk werden kinderen vanaf die tijd vaker gehoord. Het contact was alleen niet uitgebreid en niet regelmatig. Dat kwam doordat er te weinig medewerkers en veel personeelswisselingen waren.

In pleeggezinnen vonden allerlei vormen van geweld plaats. Pleegkinderen werden bijvoorbeeld aan het werk gezet, lichamelijk en emotioneel verwaarloosd of achtergesteld. Ook lichamelijk geweld kwam veel voor, zoals laan, schoppen, duwen en door elkaar schudden. Daarnaast was er seksueel misbruik. Tussen pleegkinderen onderling, met de eigen kinderen van pleegouders of door pleegouders zelf.

Vanaf ongeveer 2000 veranderde de pleegzorg sterk. De selectie van pleeggezinnen werd veel strenger en de begeleiding beter. Tekenen dat het ergens onveilig was, werden sneller opgemerkt. De toenemende aandacht voor de pleegzorg in de samenleving zorgde er ook voor dat er beter werd gekeken waar pleegkinderen terechtkwamen. Dit leidde ertoe dat geweld veel minder voorkwam.