1945 - 1965

Nederland was in wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Die tijd was sober en soms hard. In de inrichtingen voor jeugdzorg was dat ook te merken. De macht was ongelijk en het gebruik van geweld werd als normaal gezien.

In deze tijd was het heel belangrijk dat kinderen gehoorzaam waren, ook in de jeugdzorg. Mensen zagen de jeugdzorg als opbergplaats van ‘asociale’ kinderen. De jeugdzorg moest de kinderen opnieuw opvoeden. De ouders werden als slechte opvoeders gezien.

De meeste kinderen die uit huis werden geplaatst, kwamen terecht in een woongroep in een instelling. Een derde van de kinderen ging naar een pleeggezin. Een heel kleine groep ging naar een jeugdgevangenis.

Lichamelijk geweld

In een instelling werd af en toe geslagen. Dat vond bijna iedereen normaal. Kinderen accepteerden dat zonder iets te zeggen. Als zij klaagden over geweld, werden zij niet geloofd of gestraft. De regels waren streng en er werd hard gestraft.

Psychisch geweld

Kinderen werden ineens uit huis gehaald. Zij wisten niet waarom, of hoe lang het zou duren. Ze hadden geen contact meer met hun ouders.

Kinderen moesten hun eigen kleding wegdoen en kregen allemaal dezelfde kleding. Het personeel naaide een nummer in hun kleding en schoor soms haren af. Ook lazen medewerkers post van de kinderen. De groepen waren groot. Daardoor voelden veel kinderen zich eenzaam.

Veel medewerkers vernederden en pestten kinderen en scholden ze uit. Weinig medewerkers gaven warmte of steun aan de kinderen. Zij zagen de uit huis geplaatste kinderen als kinderen die ‘slecht’ waren geworden door hun ‘slechte’ opvoeding.

Seksueel geweld

Seksueel geweld kwam veel voor in deze periode. Maar hoe vaak het precies voorkwam weten we niet. Seksueel geweld tussen kinderen onderling gebeurde regelmatig waar medewerkers bij waren. Het kwam voor dat zij dit goedkeurden. Medewerkers en pleegouders hebben kinderen aangerand en verkracht.

Terug